top of page

'Greet Van Autgaerden' door Willem Elias tekst bij tentoonstelling  'Fieldwork in a territorial landscape'  4/2014

De schilderijen van Greet Van Autgaerden passen wonderwel goed bij de sculpturen van Caroline Coolen. Beide jonge dames stellen zich vragen over de constructie als culturele ingreep op de natuur. Dit complexe begrippenkoppel: natuur/cultuur houdt zowel filosoof als kunstenaar bezig. Cultuur is de natuur van de mens. We kijken naar de natuur met een culturele blik. We gebruiken het woord ‘natuurlijk’ waar we eigenlijk ‘cultuurlijk’ zouden moeten zeggen. Dit neologisme geraakt niet in voege omdat we aan de relativiteit van cultuur niet willen herinnerd worden, steeds hier en nu. Morgen, gisteren en elders was het verschillend en zal het anders zijn. Natuurlijk ‘is’, dat zijn we zeker, een feit. Dat is ook de basis voor het grotere respect waarop de natuurkunde mag bogen ten nadele van de cultuurwetenschappen. Greet Van Autgaerden behandelt dit thema via het landschappelijke en de markeringen die men er kan in aanbrengen. 

Ze had dit voordien al gedaan in een reeks rond vlees, ‘Hangende naakten’. Karkassen zoals men die ziet binnen dragen bij de slager hingen in bloesemende bomen. Vlees, de natuur zelf, wordt cultuur als het geprepareerd wordt voor de voedselconsumptie. Het was vooral de vleeskleur die haar fascineerde. Nadien, in wat me  een ommekeer in haar werk leek, ging ze kampen schilderen. Die wending was ook zowel picturaal als qua kleur zichtbaar. De vleesschilderijen en de boomgaarden waren geschilderd in  lichte bijna hemelse kleuren, contrasten tussen rood en blauw. De kampen kregen de schemering van het bos met zich mee en de eraan gepaarde bruine aarde en bladgroen in al zijn rottingsvarianten, zeer aards dus.

Het kamp past uiteraard goed in de cultuur/natuur problematiek. Het komt in zijn oorspronkelijke vorm voort uit de behoefte om zich in de natuur met de natuur te beschermen tegen de natuur. Men zocht afgewaaide takken en gevallen bladeren om zich ergens in een aardholte te nestelen. Deze sedentaire attitude blijft zich tot op vandaag herhalen. Het maken van een kamp door jongeren is niet zo onschuldig als men zou denken. Het is enerzijds een zoektocht naar zichzelf buiten de al te gedomesticeerde ruimte van het ouderlijk huis. Anderzijds benadrukt het de identiteit van de ene groep van vrienden tegenover de andere groep van vijanden. Het zijn belangrijke sociale ervaringen. Martin Heidegger helpt ons hier. Hij stelde vast dat ‘bauen’ een stam heeft die in het oorspronkelijk Duits ‘zijn’ betekent. Hij wees ook op de belangrijkheid voor de existentie om oorden te vinden in de natuur waar men ingebed graag vertoeft. De sfeer van die plekken straalt uit de schilderijen van Greet Van Autgaerden. Ook het mysterieuze van elk bos wordt opgewekt, de plaats voor natuurbeleving bij uitstek. Ook Jean-Jacques Rousseau hangt er in de bomen. Is dat niet de plaats waar de niet door de cultuur verbasterde mens zou kunnen aarden?

In haar huidige reeks ‘Veldwerk, in een territoriaal landschap’ gaat Greet Van Autgaerden verder op haar kamptaferelen. Nu geen breuk dus. Wel een evolutie. Uit de geborgen vredigheid van het kamp in het beschermende bos zijn nu landschappen ontstaan die precies natuur en cultuur in scherp contrast plaatsen. Het veldwerk is territoriaal bepaald, d.w.z. dat het een cultureel afgebakend gebied is. En inderdaad de landschappelijke kleurvlakken worden ingekaderd in kleurlijnen die een belangrijke rol gaan spelen. Een kijktoren zorgt voor de panoptische controle van de mens die vooral de natuur wil beheersen. De spanning tussen natuur en cultuur stijgt hier ten top.

Het is uiteraard een oneindige thematiek waarover men lang kan uitweiden. Schilders zijn echter in de eerste plaats mensen die verf ordenen op een drager, zoals Maurice Denis (1870-1943) ons al wist te vertellen in 1898. En dat doet Van Autgaerden prachtig. Ze slaagt erin om een enorme ruimtegevoel op te roepen. Men wil zo in haar schilderijen binnenstappen, maar men kan ook terugdeinzen van de grote kracht die op je afkomt. Na haar duistere periode in de bossen zien we dat in de territoriale landschappen ook de frisse kleuren terugkeren. Een feest voor het oog, een lusttuin om verstoppertje in te spelen.

 

Willem Elias.

Decaan Faculteit Psychologie en Educatie, VUB.

bottom of page